Energietransitie: wat denken kwetsbare mensen hierover?

Kwetsbare mensen erkennen het belang van de aanpak van de klimaatverandering maar voelen zich machteloos om dit te doen. Zij vinden dat zij niet over de middelen beschikken om actie te ondernemen en dat de overheid, de grote bedrijven en de rijken de kosten van de energietransitie moeten dragen. Dit zijn de belangrijkste bevindingen van focusgroepen die zijn gehouden met meer dan 900 kwetsbare mensen in negen Europese landen in het kader van het project ‘Fair Energy Transition for All’, dat wordt gecoördineerd door de Koning Boudewijnstichting.De ‘energietransitie’ vergt een reeks grote veranderingen in productie- en consumptiesystemen. Het omvat een verschuiving van fossiele brandstoffen (olie, gas, steenkool) naar een energiesysteem op basis van milieuvriendelijke hernieuwbare energiebronnen, zoals wind- en zonne-energie.
Op initiatief van de Koning Boudewijnstichting en met de steun van vijf andere filantropische instellingen werd vanaf 2020 het project ‘Fair Energy Transition for all’ (FETA) gelanceerd in 9 Europese landen (België, Bulgarije, Denemarken, Duitsland, Frankrijk, Italië, Nederland, Polen en Spanje). In totaal werden in die negen landen 90 focusgroepen gehouden met 900 kwetsbare burgers die in moeilijkheden verkeren, om naar hun zorgen te luisteren en deze te integreren in de ontwikkeling van een billijk energie- en tarievenbeleid.
Resultaten in België
In België werden tussen november 2020 en oktober 2021 elf focusgroepen georganiseerd met mensen in kansarmoede om de sociale impact van de energietransitie te bespreken. Wat maakt deze transitie volgens hen fair? De thema’s die er behandeld werden, waren energiegebruik, klimaatverandering, huisvesting, mobiliteit en hoe dit probleem oplossen? Uit de resultaten bleek dat niemand het probleem van de klimaatverandering wou minimaliseren of zelfs ontkennen. Hoewel de burgers een goed inzicht hebben in de problematiek van klimaatverandering geldt dit niet voor het begrip ‘energietransitie’. Dit concept is hen nagenoeg onbekend.
Voor de ondervraagden wordt klimaatverandering vaak in verband gebracht met de concrete gevolgen ervan die zij in hun dagelijks leven ondervinden of waarover zij in de media hebben gehoord. Voor velen van hen lijkt er enerzijds sprake te zijn van een "klimaatprobleem", dat breed wordt opgevat en deels wordt verward met andere milieuproblemen (zoals luchtvervuiling) of dat zich uit in zeer concrete gevolgen (zoals natuurrampen). Anderzijds zorgen de stijgende energieprijzen ervoor dat de economische moeilijkheden van reeds kwetsbare groepen nog vergroten, zonder dat de oorzaak-gevolgrelatie tussen deze twee elementen voor hen als een evidentie wordt beschouwd.
Aangezien de meeste deelnemers huurders zijn, hebben zij het gevoel dat zij de energie-efficiëntie van hun woningen niet kunnen verbeteren. Hun auto's, vaak kleine oude modellen, staan synoniem met autonomie en vrijheid. Zij vinden bijvoorbeeld lage-emissiezones oneerlijk, omdat zij rechtstreeks worden benadeeld. Ten slotte zijn zij van mening dat het openbaar vervoer in plattelandsgebieden onmisbaar is, maar ontoereikend, onbetrouwbaar en duur.
Net zoals in de andere Europese landen voelen Belgische deelnemers - en met name de meest kwetsbare onder hen - zich machteloos tegenover de multinationals, die in hun ogen vrij zijn om te blijven vervuilen en CO2 uit te stoten. Zij hebben de indruk dat een onevenredige last op hen wordt afgewenteld (stijgende energiekosten, ecotaksen, enz.) en dat van hen wordt verwacht dat zij het probleem oplossen, terwijl hun verantwoordelijkheid zeer beperkt is.
Wat brengt de toekomst?
De deelnemers willen in de toekomst duidelijk geïnformeerd worden. Ze willen dat er maatregelen ingevoerd worden ter begeleiding van de energietransitie voor de meest kwetsbare bevolkingsgroepen. Zij staan daarentegen weigerachtig tegenover beperkende maatregelen met verplichtingen en verboden die niet aansluiten bij hun persoonlijke situatie en hechten aan individuele vrijheid.
Ze vrezen ook dat de energietransitie zou kunnen leiden tot een hypertechnologische samenleving, waarin geen plaats meer zou zijn voor de mens en waar alles met 2 snelheden gebeurt. Voor hen is het ook vanzelfsprekend dat de vervuiler betaalt maar dat het sociaal rechtvaardig verdeeld is.
De conclusies van alle Europese focusgroepen werden gebundeld in een rapport dat geraadpleegd kan worden op https://fair-energy-transition.eu/. Dit rapport wordt vanaf 18 maart geanalyseerd door experten, die in een later stadium, in samenwerking met de deelnemers van de focusgroepen zullen leiden tot aanbevelingen voor de beleidsinstellingen.