Hoe een voedselbos uit Zelem je terug naar de Seventies katapulteert: “We willen de mensen uit de buurt opnieuw dichter bij de natuur brengen”
Buurten op den Buiten, een initiatief van de Koning Boudewijnstichting samen met de Vlaamse Landmaatschappij, ondersteunt jaarlijks heel wat projecten die de kwaliteit van het leven in een dorp of buurt willen verbeteren. Zo ook het voedselbos van de coöperatie Boscoöp in Zelem dat opnieuw balans willen brengen tussen de mens, de natuur en de buurt.
Maar beginnen, doen we ons verhaal in 1977. In dat jaar wordt Jimmy Carter als 39ste president van de Verenigde Staten ingezworen, sterft Elvis Presley in zijn bad in Memphis Tennessee en luidt God Save the Queen van The Sex Pistols het hoogtepunt van de Britse punkbeweging in. Ergens in de Vlaamse Zuiderkempen verscholen tussen de glooiende heuvels en groene bossen van de vallei van de Zwarte Beek in de schaduw van het eeuwenoude kartuizerklooster loopt de 20-jarige Jan Gelders zijn Zelemse dorpsgenote Nia tegen het lijf. Hij is lid van de KSA, zij van de Chiro. Ver van de wereld en toch slechts op een boogscheut van de A2 Lummen-Leuven en de E313 Hasselt-Antwerpen springt in het dorpje Zelem nabij Diest en Halen de vonk over. En als in een Vlaamse pastorale worden Jan en Nia een koppel. Het leven raast verder. Jan gaat aan de slag als paracommando terwijl Nia lesgeeft in een middelbare school in Maasmechelen. Samen krijgen ze een zoon Maarten en een dochter Sien. Maar intussen tijd rukt de Vlaamse verstedelijking stevig op. In datzelfde jaar 1977 vindt de grootste fusiegolf van ons land plaats. Op 1 januari van dat jaar wordt het aantal Belgische gemeenten van 2359 tot 596 gereduceerd. Ook hun dorpje Zelem komt onder de grotere gemeente Halen terecht en evolueert steeds meer naar een slaapdorp voor dagelijkse pendelaars naar de drukke stad.
Paracommando’s rusten niet
We spoelen even door naar 2008. Na vele buitenlandse missies hangt Jan zijn uniform voorgoed in de kast. Tijd om van zijn pensioen te genieten. “Maar rustig thuisblijven met een boekje in de zetel, is niets voor Jan”, zegt Nia die ondertussen ook met pensioen is. “Hij was op zoek naar een nieuwe uitdaging en vond die in de oprichting van onze landbouwonderneming den Boogerd, vernoemd naar de boomgaard van mijn ouders. Wij leggen ons toe op het aanplanten, uitbaten en verzorgen van authentieke hoogstamboomgaarden. Voor de aanleg van kleine landschapselementen en natuurlijke omheiningen kan je bij ons ook terecht. En let op, we doen dat op een biologisch verantwoorde manier: dat betekent dat we de middelen die de natuur ons ter beschikking stelt, gebruiken om het fruit gezond te laten rijpen. In onze hoogstamboomgaarden vind je een uniek ecosysteem waarbij de verschillende groepen mekaar in evenwicht houden. Daardoor zijn we slechts heel uitzonderlijk gedwongen om biologische bestrijdingsmiddelen te gebruiken. Ons fruit kan je dus zonder problemen recht van de boom consumeren.”
Balans tussen mens, natuur en dorp
“Blijkbaar werkt dat erg aanstekelijk”, gaat Nia verder. “Want gaandeweg kregen we steeds meer vragen van mensen om ons te mogen helpen. Een beetje zoals wanneer de druivenoogst in de Bourgogne moet worden binnengehaald. Maar dat is lastig, want een bedrijf als het onze mag niet werken met vrijwilligers, alleen met geregistreerde werknemers. Ondertussen was ook Maarten, onze zoon, aan de slag gegaan in het bedrijf en dat gaf ruimte en tijd voor nieuwe ideeën waaronder de aanleg van een voedselbos. Een voedselbos is een vorm van duurzame landbouw geïnspireerd op natuurlijke ecosystemen, waarin eetbare planten en bomen op een harmonieuze en zelfvoorzienende manier samengroeien. Het is opgebouwd in lagen, zoals een natuurlijk bos, met hoge bomen, lage struiken, klimplanten, bodembedekkers, en wortelgewassen. Deze lagen werken samen om een divers, productief en veerkrachtig systeem te vormen dat weinig menselijke tussenkomst nodig heeft. In een voedselbos vermijden we chemische bestrijdingsmiddelen, bevorderen we de biodiversiteit, en creëren we een gezonde bodem. Dit resulteert in een ecosysteem dat niet alleen voedsel oplevert, zoals fruit, noten, kruiden en groenten, maar ook bijdraagt aan CO₂-opslag, waterbeheer en habitat voor dieren. Het doel is niet alleen een overvloedige oogst, maar ook het herstellen van de balans tussen mens en natuur. Maar dus ook de balans tussen mens en buurt. Zelem kan terug meer worden dan een slaapdorp voor pendelaars.”
Meedoeners en meedenkers
Met de jaren 70 in gedachten introduceert den Boogerd dan ook een typisch product uit dat decennium van protest en activisme: het coöperatief ondernemen. “Alles draait rond samen ondernemen en samen verantwoordelijkheid delen. Het bijzondere aan een coöperatie is dat de leden zowel eigenaar als gebruiker zijn, en samen beslissen over het beleid en de werking. In plaats van winstmaximalisatie voor aandeelhouders, ligt de focus op het vervullen van de behoeften van de leden en het creëren van gedeelde waarde. Daarvoor willen we samenwerken met de directe buurtbewoners, de lokale jeugdbeweging en scholen. Het doel is om een groene ontmoetingsplek te creëren voor en met de buurt. De mensen uit de buurt zullen dus een cruciale rol spelen en zorgen ervoor dat het Voedselbos kan uitgroeien tot een ontmoetingsplaats en een ‘geniet-van-de-natuur’-plaats. Maar zou het ook in de praktijk werken? In oktober van dit jaar hebben we ons idee gelanceerd tijdens ‘Buurten bij Boscoöp’. Zo’n 300 mensen uit de buurt zakten nieuwsgierig af naar het voedselbos. Het werd een schot in de roos. Op dit ogenblik zetten 29 meedenkers en meedoeners hun schouders onder het dagelijks beheer van het voedselbos. Er worden op regelmatige tijdstippen ‘Werkendagen’ georganiseerd waarbij zowel coöperanten als toekomstige participanten kunnen deelnemen aan het planten, oogsten en onderhoud. Want er is werk genoeg. In en rond de boomgaard zullen naast de reeds bestaande hoogstam appelbomen ook bessen- , bloemen- en kruidenbedden aangelegd worden en andere fruitsoorten in struik, laag- en halfstam. Bovendien zal de boomgaard kunnen gebruikt worden voor een picknick of andere recreatieve activiteiten.”
Intens geluk
“Wat ik hoop voor de toekomst?”, vraagt Nia zich luidop af. “Dat hangt af van wat de natuur ons schenkt. En dat loopt met die kletsnatte seizoenen niet echt van een leien dakje (lacht). Maar het plezier om de mensen uit de buurt tegen te komen in dit prachtige bos is dan weer onbetaalbaar. Wanneer ik op een mooie ochtend in de lente in het bos op het terrein sta, dan zucht ik eens diep en adem de stilte in. Daarvan alleen al kan een mens intens gelukkig zijn, toch?”