De vrijwillige inzet van burgers heeft een grote sociale en economische waarde voor een maatschappij, en draagt ook bij tot hun eigen persoonlijk ontwikkeling. Hoeveel mensen doen vrijwilligerswerk? En welk profiel hebben zij? Onderzoek van de UGent in opdracht van de Koning Boudewijnstichting schetst de stand van zaken.
De vrijwillige inzet van burgers is van vitaal belang voor onze samenleving. Vrijwilligers komen niet-ingevulde noden op het spoor komen en proberen er iets aan te doen. Ze hoeven zich niet te bekommeren om rentabiliteit, en kunnen zo voor sommige noden een soepeler en meer ‘menselijk’ antwoord aanreiken (aanvullend op bezoldigd werk). Daarnaast draagt het vrijwillig engagement bij aan de persoonlijke ontwikkeling van competenties en sociale vaardigheden. En het is democratisch in die zin dat iedereen in principe actief kan deelnemen aan het publieke leven.
De Koning Boudewijnstichting is overtuigd van de positieve rol van verenigingen en de vele vrijwilligers die erin actief zijn, in onze samenleving. Ze ondersteunt ze, en volgt ook hun evolutie op. Daarom liet ze zes jaar geleden al een eerste onderzoek doen naar het belang van het vrijwilligerswerk in ons land, en is er nu op haar vraag een nieuw onderzoek gedaan door een team van de UGent.
Omwille van een aantal fundamentele wijzigingen in de methodologie (toegelicht in het rapport) mogen de resultaten van 2014 en 2019 niet vergeleken worden. Het is vanuit wetenschappelijk-methodologisch oogpunt niet verantwoord en het rapport presenteert dan ook geen vergelijkende analyses. De meting van 2019 moet met andere woorden als de nieuwe ‘nulmeting’ worden beschouwd.
Sociale meerwaarde
Vrijwillige inzet draagt bij aan sociale integratie door de creatie van netwerken en samenwerking, en verhoogt zo het ‘sociaal kapitaal’. Sociologisch onderzoek heeft echter al veelvuldig uitgewezen dat de toegang tot het vrijwilligerswerk niet gelijk verdeeld is. Ook in België zijn het vooral de hoogopgeleide, economisch actieve, en sociaal goed ingebedde burgers die in het vrijwilligerswerk actief zijn.
In België nemen ruim 866 500 personen, of 9,2 % van de bevolking van 15 jaar en ouder, een vrijwillig engagement op. Het gaat dan over vrijwilligerswerk in de strikte betekenis (in georganiseerd verband) én ‘rechtstreekse’ of ‘informele’ vrijwillige inzet. Het grootste deel vindt in georganiseerd verband plaats en beantwoordt aan de definitie van de Belgische vrijwilligerswet: iets meer dan 735.000 personen, of 7,8 % van de bevolking, is actief binnen organisaties. Door de aard van de methode is dit hoogstwaarschijnlijk een lichte onderschatting, met name van het sporadische vrijwilligerswerk (bv. één keer per jaar bij bepaald event helpen).
De studie gaat dieper in op het vrijwilligerswerk volgens de definitie in de Belgische wet. Verdere cijfers slaan dus op onbezoldigde en onverplichte vrijwillige inzet in georganiseerd verband, niet in familie- of privéverband.
Mannen en vrouwen zijn ongeveer evenveel actief als vrijwilliger. Er zijn wel lichte verschillen tussen de gemeenschappen: in Vlaanderen gaat het over 8,8%, in Wallonië over 6,6% en in Brussel 6,4%. De overgrote meerderheid (86%) geeft aan slechts binnen één organisatie actief te zijn.
In de leeftijd 30-49 jaar doet 8,8% aan vrijwilligerswerk – het hoogste percentage naar leeftijd. Bij de 60-plussers is dit 7,2 procent. Omdat echter de groep 60-plussers een erg groot deel van de bevolking uitmaakt, vormen de 60-plussers ook de grootste groep vrijwilligers: bijna één op de drie vrijwilligers is ouder dan 60. De 60-plussers rapporteren ook gemiddeld meer uren vrijwilligerswerk.
Meer dan de helft (53,6%) van het vrijwilligerswerk wordt uitgevoerd door personen met een diploma hoger onderwijs (bachelor of master). Nog eens een derde heeft een diploma hoger secundair onderwijs. Minder dan een vijfde (17,3%) van de Belgische vrijwilligers behaalde maximaal een diploma lager secundair onderwijs.
Economische functie
Vrijwilligerswerk wordt beschouwd als een productieve activiteit in de volle zin van het woord. Vrijwilligers verlenen nuttige diensten aan de gemeenschap, in zeer diverse domeinen: maatschappelijke dienstverlening, gezondheidszorg, onderwijs, cultuur, ...
De meerderheid doet regelmatig vrijwilligerswerk: 34,3% doet dat één of meer keren per maand, en 30,3% zet zich wekelijks tot dagelijks in. Bijna de helft (47,8%) geeft aan al meer dan vijf jaar bij dezelfde organisatie(s) actief te zijn. Met andere woorden: in België bestaat er een sterke binding tussen organisaties en hun vrijwilligers.
Een vrijwilliger presteert gemiddeld ongeveer 200 uur per jaar, of bijna vier uur per week, maar er schuilen grote verschillen achter dat cijfer. De mediaan is 108 uren vrijwilligerswerk per jaar. Of nog: dagelijks worden 40.000 activiteiten ergens in België uitgevoerd door een vrijwilliger.
Twee sectoren zijn dominant en zijn samen goed voor twee vijfde van alle vrijwilligersactiviteiten: cultuur (23% van het aantal activiteiten) en sport (18,2%). Dan volgen, in vergelijkbare orde van grootte, vier sectoren: maatschappelijke dienstverlening (13%), onderwijs, vorming en onderzoek (11,9%), de verdediging van rechten en belangen (10,8%) en jeugd (10,6%). Zowel religieus vrijwilligerswerk (6,1%) als vrijwilligerswerk in de gezondheidszorg (4,5%) zijn slechts beperkt vertegenwoordigd.