Op weg naar de digitale Justitie van morgen: transparant, intuïtief en inclusief!
In samenwerking met de Koning Boudewijnstichting heeft het College van de hoven en rechtbanken een onderzoek gevoerd bij burgers en juridische professionals naar hun digitale verwachtingen in burgerlijke procedures. Het is immers gewenst dat de digitalisering van Justitie vertrekt van de behoeften van alle gebruikers.
Dit initiatief past in het project JUSTNEW, dat het College van de hoven en rechtbanken in juni 2020 heeft gelanceerd in het kader van zijn wettelijke bevoegdheid om een toegankelijke, onafhankelijke, tijdige en kwaliteitsvolle justitie te verzekeren. De concrete aanleiding voor het project JUSTNEW is de aankondiging door de FOD Justitie van de lancering van een lastenboek, eind 2021, voor het bouwen van een nieuw informaticaplatform voor justitie. Om niet te hervallen in de fouten van het verleden met digitale ontwikkelingen gebaseerd op onvoldoende in kaart gebrachte noden, heeft het College met dit project een eigen kwalitatief onderzoek opgezet, dat zowel in burgerlijke zaken als in strafzaken polst naar de digitale verwachtingen van de verschillende gebruikersgroepen van de rechtscolleges.
Vandaag zijn de belangrijkste resultaten (zie bijlage 1) voorgesteld van het eerste deelonderzoek naar de digitale noden van burgers, bedrijven en juridische professionals in burgerlijke procedures. Bijzondere aandacht ging daarbij ook uit naar de digitaal kwetsbare burgers, met de actieve medewerking van de Koning Boudewijnstichting in het kader van haar projecten rond digitale inclusie.
Zo wensen gebruikers alles centraal (één centraal dossier toegankelijk voor burgers en advocaten), eenmalig werk (zowel bij de opbouw van het dossier als tijdens de procedure), systematische meldingen van alle stappen in het dossier, een voor iedereen toegankelijk taalgebruik en een digitale en juridische hulplijn. Het is ook van fundamenteel belang dat de digitale weg niemand uitsluit en dat er steeds kan gekozen worden voor de fysieke (papieren) behandeling of voor een mengvorm.
Wat betreft het design van digitale toepassingen binnen justitie, wordt vooral verwacht dat ze gebruikersgericht zijn, dat wil zeggen transparant, met een duidelijk overzicht van de stappen, en toegankelijk, onder meer voor mensen met een beperking. Daarnaast moet de applicatie eenvoudig in gebruik zijn. Dat wil zeggen efficiënter, effectiever en gericht op een snellere doorloop.
Tevens moet de applicatie inclusief zijn. Dat wil zeggen digitaal toegankelijk voor de meest kwetsbaren met behoud van het papier als volwaardig alternatief.
In het storyboard (zie bijlage 2) kan u zien hoe een digitale toepassing er voor burgerlijke zaken concreet uit zou kunnen zien voor burgers en juridische professionals. Neem zeker een kijkje, u zal zien hoe gebruikers de klassieke procedure creatief vertaald hebben naar een gebruiksvriendelijk traject met toepassing van de moderne communicatiemiddelen. Een procedure wordt aldus een geheel andere, meer eigentijdse beleving.
Er zijn belangrijke stappen gedaan maar het werk is nog niet af. Het College wil tegen eind april de resultaten van dit onderzoek vervolledigen en aanvullen met de verwachtingen van de rechters, de griffiers en de medewerkers van de griffie. Parallel daarmee zal het College omstreeks mei 2021 in overleg met het openbaar ministerie een analoog onderzoek opstarten naar de behoeften van “externe en interne gebruikers in strafzaken”.
Het College en de Koning Boudewijnstichting zijn ervan overtuigd dat de resultaten van deze gebruikersonderzoeken een fundamentele bijdrage vormen, zowel voor het nieuwe informaticaplatform als voor de verdere ontwikkeling van de bestaande toepassingen, zodat we alsnog kunnen evolueren naar een moderne digitale justitie op maat van al zijn gebruikers. Het College zal er alles aan doen om dit ook gerealiseerd te zien, in samenwerking met de minister, de FOD Justitie en alle andere betrokkenen.