Dak- en thuisloosheid is ook een realiteit in kleine gemeenten
Dak- en thuisloosheid wordt vaak aanzien als een grootstedelijk fenomeen. Een verdiepend onderzoek van LUCAS KU Leuven en UCLouvain CIRTES, op initiatief van de Koning Boudewijnstichting, toont aan dat ook in kleine gemeenten ( <15.000 inwoners) dak- en thuisloosheid een realiteit is. Dit onderzoek baseert zich op tellingen van dak- en thuisloze personen uitgevoerd in 24 steden en regio’s in Vlaanderen en Wallonië, tussen 2020 tot 2023. In totaal werd er in 227 van de 581 gemeenten in België geteld.
Voorafgaande opmerking: gelieve geen stereotiepe beelden te gebruiken om dak- en thuisloosheid te illustreren. Deze beeldbank kan eventueel geconsulteerd worden: Images of Homelessness | Welzijn13
De tellingen werden georganiseerd eind 2020, 2021, 2022 en 2023, met de steun van de betrokken regio’s en de Koning Boudewijnstichting. Tijdens de tellingen werden gegevens verzameld over de omvang van het fenomeen en het profiel van dak- en thuisloze personen. Dergelijke gegevens zijn essentieel voor een doeltreffend beleid in de strijd tegen deze problematiek.
De tellingen kwamen er dankzij een samenwerking tussen de lokale overheden, de vele organisaties die dak- en thuisloze personen begeleiden en ondersteunen (OCMW’s, CAW’s …) en diensten die vaak in contact komen met deze doelgroep (laagdrempelige diensten, psychiatrische instellingen, wijkgezondheidscentra, politie…). Deze organisaties hebben meegeteld door een vragenlijst in te vullen over o.a. de verblijfplaats waar de persoon de afgelopen nacht geslapen heeft, de redenen waarom hij/zij geen dak boven het hoofd heeft, de nationaliteit, zijn/haar inkomen, de gezinssamenstelling en de gezondheid van de persoon.
Dak- en thuisloosheid: een realiteit, ook in kleine gemeenten
De onderzoeksteams schatten in, door middel van extrapolaties van de tellingen dak- en thuisloosheid, dat in Vlaanderen zo’n 19.479 personen dak- of thuisloos zijn (tegen 19.055 in Wallonië). Van deze naar schatting 19.479 dak- en thuisloze personen, verblijven zo’n 1.517 volwassenen (of 11,2%) en 745 kinderen (of 12,5%) in gemeenten met minder dan 15.000 inwoners. Voor Wallonië liggen deze cijfers beduidend hoger en gaat het over respectievelijk 30,1% van de volwassenen en 31,3% van de kinderen. Deze hoge cijfers voor Wallonië kunnen onder andere verklaard worden door het groter aandeel kleine gemeenten in Wallonië, de lagere bevolkingsdichtheid, de grotere afstand tot grotere steden, enz.
De verblijfplaats van dak- en thuisloze personen in kleine gemeenten
De verblijfplaatsen van dak- en thuisloze personen verschillen niet sterk tussen kleine en grotere gemeenten. Zo vormen personen die tijdelijk bij familie of vrienden inwonen net als in grotere gemeenten en steden de grootste groep. Toch zien we enkele specifieke kenmerken voor kleine gemeenten:
- Personen verblijven zelden in publieke ruimten, er zijn weinig tot geen plaatsen in noodopvang.
- Het hoge aandeel personen in een niet-conventionele ruimte valt op. Vaak verblijft men dan in een woonwagen of caravan.
- Ook opvallend is het hoge aandeel personen die in een instelling verblijven en die deze moeten verlaten, zeker in Vlaanderen. Vaak gaat het over personen die in een Fedasil opvangcentrum verblijven. Mogelijk vertrekken zij nadien uit de kleine gemeente.
Slechts geringe verschillen in profielkenmerken
Het profiel van dak- en thuisloze personen en de kenmerken van dak- en thuisloosheid verschillen slechts beperkt tussen kleine en grotere Belgische gemeenten. In kleine gemeenten is een dak- en thuisloze persoon iets vaker vrouw, Belg, met een partner, met minderjarige kinderen en recent dak- of thuisloos dan in grotere gemeenten. Wat ook opvalt: in kleine gemeenten is het aandeel kinderen die dak- of thuisloos zijn samen met hun ouder(s) ook hoger dan in grotere gemeenten.
Beperkt aanbod van diensten
In veel kleine gemeenten is er een tekort aan opvangplaatsen en zijn beschikbare oplossingen vaak tijdelijk. Hierdoor verblijven mensen soms in precaire situaties, zoals bij familie, vrienden of derden, wat tot spanningen en misbruik kan leiden.
De kleinere afstand tussen kleine gemeenten en omliggende steden in Vlaanderen, kan ook weerspiegeld worden in een verwijzing naar het aanbod van deze steden voor dak- en thuisloze personen uit kleine gemeenten.
Nood aan samenwerking
Om de aanpak van dak- en thuisloosheid in kleine gemeenten te optimaliseren, schuiven de onderzoeksteams de nood aan intergemeentelijke samenwerking naar voor. Samenwerking tussen gemeenten zorgt ervoor dat acties op elkaar afgestemd worden en dat gemeenschappelijke oplossingen aangeboden kunnen worden, zoals een overkoepelend aanbod voor doorgangswoningen.
Projectoproep
Om haar steentje bij te dragen lanceert de Koning Boudewijnstichting een projectoproep gericht op organisaties die werken in kleinere gemeenten en die inzetten op het bestrijden van armoede, waaronder dak- en thuisloosheid.
Meer informatie over de projectoproep : https://kbs-frb.be/nl/armoede-landelijke-gebieden-2024
Lees ook :