Energiecrisis: kwetsbaarste gezinnen beschermd door overheidssteun
Om huishoudens te helpen, hebben overheden tijdens de energiecrisis van 2022 een reeks maatregelen genomen: BTW-verlaging op elektriciteit en aardgas, verlenging van het uitgebreid sociaal tarief voor mensen met een verhoogde tegemoetkoming… Uit de nieuwe Barometer Energiearmoede, een initiatief van de Koning Boudewijnstichting, blijkt dat deze maatregelen essentieel waren om de meest kwetsbare huishoudens te beschermen. Andere gezinnen, die geen beroep konden doen op deze steun, kregen de volle laag. In 2022 leefde 21,8% van de Belgische huishoudens in energiearmoede. Er zijn evenwel grote verschillen naargelang de regio, het profiel van de huishoudens en het type woning.
Noot: u vindt de grafieken over deze studie in de publicatie ZOOM.
Gedurende reeds 10 jaar meet de Barometer Energiearmoede de omvang van het probleem, volgt het de evolutie op en probeert het de mogelijke oorzaken te begrijpen. Deze barometer is een initiatief van de Koning Boudewijnstichting en wordt uitgevoerd door onderzoeksters van de Universiteit Antwerpen en de Université Libre de Bruxelles. De editie van 2024 staat stil bij de energiecrisis van 2022, die gekenmerkt is door een forse stijging van de energieprijzen, die veel Belgische huishoudens onder druk heeft gezet.
Meer dan een op de vijf huishoudens ziet een stijging sinds 2021
In 2022 leefde 21,8% van de Belgische huishoudens in energiearmoede; dat is een stijging met bijna 7% tegenover 2021. De situatie verschilt evenwel fors naargelang de regio: Wallonië heeft het hoogste percentage energiearmoede (29,2%), gevolgd door het Brusselse Gewest (28,2%) en Vlaanderen (16,4%). Tegenover 2021 is de totale energiearmoede toegenomen met 6,9%, en die stijging is sterker in Vlaanderen (+13,1%) dan in Brussel (+4,1%) of Wallonië (+1,7%).
Over het algemeen zijn sommige profielen vatbaarder voor energiearmoede dan andere:
- 40,3% van de huishoudens zonder inkomen uit arbeid en 15,8% van de huishoudens met slechts één inkomen uit arbeid leven in energiearmoede. Opvallend: een arbeidsinkomen hebben of deel uitmaken van de middenklasse beschermt niet tegen energiearmoede.
- Alleenstaanden en eenoudergezinnen, waarin vrouwen oververtegenwoordigd zijn, zijn ook kwetsbaarder voor energiearmoede. Tegenover 2021 is de situatie van alleenstaanden stabiel gebleven, terwijl die van eenoudergezinnen achteruitgaat (37,4% in 2022, tegenover 24,8% in 2021).
- Ongeveer een derde van de huurders leeft in energiearmoede, tegenover 15% bij eigenaars. De toegang tot een sociale woning beschermt niet tegen energiearmoede: 45,5% van sociale huurders is getroffen, tegenover 33% van de private huurders.
- 31,5% van de huishoudens met een woning van lage kwaliteit (lekken, vochtigheid, slechte isolatie…) leeft in energiearmoede. Huishoudens met een armoederisico wonen vaker in woningen van lage kwaliteit.
- Huishoudens die vooral verwarmen met elektriciteit of stookolie lopen meer risico op energiearmoede; 26,9% voor elektriciteit en 27,8% voor stookolie, tegenover 19,1% van de huishoudens die vooral verwarmen met aardgas.
Impact van de overheidsmaatregelen
Geconfronteerd met de energiecrisis van 2022 heeft de overheid een reeks maatregelen versterkt of geactiveerd om huishoudens te helpen hun energierekeningen te betalen: de BTW-verlaging van 21% naar 6% voor elektriciteit en aardgas, de verlenging van het uitgebreid sociaal tarief voor mensen met een verhoogde tegemoetkoming, bijkomende middelen voor het Gas- en Elektriciteitsfonds en het Sociaal Verwarmingsfonds. De steunmaatregelen hebben gewerkt als een schild voor de meest kwetsbare huishoudens, maar we stellen grote verschillen vast.
- Niet alle huishoudens zagen de scherpe stijging van de energieprijzen in hun energierekening, omdat ze een vast contract hadden voor elektriciteit en gas, of omdat ze een voorraad hadden aan brandstoffen zoals stookolie, butaan, propaan of hout.
- Huishoudens met een heel laag inkomen waren het best beschermd tegen de effecten van de crisis. Ten opzichte van 2021 is het percentage van energiearmoede van de huishoudens in de eerste deciel van equivalente inkomens (de minst begoeden) gedaald, terwijl die van huishoudens in de decielen 2 tot 10 gestegen is.
- Alleenstaanden en eenoudergezinnen, waarin vrouwen oververtegenwoordigd zijn, waren beter beschermd. Ten opzichte van 2020 is hun energierekening (mediaan, bij constante prijs) met respectievelijk 1% en 2,4% gestegen, terwijl de overige huishoudens aankeken tegen een forse stijging (tussen 7% en 14%).
- Veel huishoudens hebben ook hun energieverbruik vrijwillig beperkt (tussen 12% en 15% tegenover 2021), rekening houdend met een verschil in weersomstandigheden.
- Er zijn ook grote verschillen tussen huishoudens die sociale hulp kregen van de overheid en huishoudens die daar geen beroep op konden doen, zoals huurders van een privéwoning met een centrale installatie voor verwarming of warm water en huishoudens die verwarmen met andere energiedragers dan gas en elektriciteit.
Lessen uit de energiecrisis
Om tijdig te kunnen inspelen op toekomstige energiecrisissen heeft het Platform tegen Energiearmoede, beheerd door de Koning Boudewijnstichting, lessen getrokken uit het beheren van de crisis van 2022. Deze lessen laten zich samenvatten in 11 aanbevelingen om huishoudens beter te bereiken en te begeleiden, samengebracht in drie sleutelthema’s: de energietransitie versnellen; de strategie voor het managen van de energiecrisis formaliseren; en het overleg tussen de spelers automatiseren om de communicatie, de informatie en de samenwerking te bevorderen.
Meer informatie