Dak- en thuisloosheid geteld, om tot effectieve oplossingen te komen
Uit cijfers blijkt dat dak- en thuisloosheid in zowat alle Europese landen toeneemt. Vergelijkbare gegevens die het fenomeen in kaart brengen ontbreken momenteel voor België. Bruikbare cijfers over de omvang van het fenomeen en over de profielkenmerken van de doelgroep zijn nodig om een effectieve aanpak van dak- en thuisloosheid mogelijk te maken. De Koning Boudewijnstichting en onderzoekers van LUCAS KULeuven en de Uliège konden rekenen op de hulp van een hele reeks partners om eerste tellingen uit te voeren in de steden Gent, Aarlen, Luik en de provincie Limburg. Daarnaast hebben het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de stad Leuven op eigen initiatief een soortgelijke oefening gemaakt.
Wie zijn de dak- en thuislozen? Wat zijn hun profielkenmerken? Wat is de minder zichtbare kant van het fenomeen? Om deze - en vele andere - vragen te beantwoorden, sloegen de Koning Boudewijnstichting en onderzoekers prof. dr. Koen Hermans van LUCAS KULeuven en Patrick Italiano van de ULiège de handen in elkaar met het Steunpunt tot Bestrijding van Armoede, Bestaansonzekerheid en Sociale Uitsluiting en lokale besturen om een impuls te geven aan de organisatie van nieuwe tellingen. Op 29 en 30 oktober 2020, te midden van de coronacrisis, telden zo'n 120 organisaties dak- en thuisloze personen in de steden Gent, Aarlen, Luik en de provincie Limburg.
De verzamelde gegevens kunnen worden verrijkt met die van de stad Leuven, waar in februari 2020 een identieke telling werd uitgevoerd, en met die van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, dat sinds 2008 bezig is met een soortgelijk proces. Op 9 november 2020 organiseerde Bruss'help zijn tweejaarlijkse telling, in samenwerking met 76 gezondheids- en sociale organisaties, 15 OCMW's en meer dan 230 vrijwilligers. De aanpak van Bruss'help maakt het mogelijk de evolutie van het verschijnsel op lange termijn te volgen en tendensen vast te stellen.
Belangrijkste resultaten
De gebruikte methodologieën en de geïdentificeerde personen verschillen. In de meeste steden was dit een eerste ervaring, die daarenboven werd beïnvloed door de maatregelen ter bestrijding van het coronavirus. De resultaten zijn daarom moeilijk te vergelijken. Alleen terugkerende en uniforme tellingen zullen uiteindelijk vergelijkbare gegevens in het hele land opleveren.
Toch is het mogelijk enkele algemene conclusies te trekken:
- De Brusselse ervaring toont een stijging van 27,72% van het aantal dak- en thuislozen op het grondgebied van de hoofdstad, alle categorieën samen, in vergelijking met het aantal getelde personen in 2018. Het probleem treft dus meer mensen - een tendens die ook op Europees niveau wordt waargenomen.
- Op straat slapen is een realiteit in België. Hoewel het meer voorkomt in de grote steden, bestaat het ook elders. Slapen op onconventionele plaatsen (garages, tenten, kraakpanden, enz.) is voor veel mensen een dagelijkse realiteit.
- De tellingen in Gent, Aarlen, Luik en de provincie Limburg brachten ‘verborgen’ dakloosheid aan het licht: mensen die gedwongen zijn tijdelijk bij vrienden of familie te verblijven. De dakloze personen die we in de openbare ruimte zien, vormt dus slechts het topje van de ijsberg.
- Dak- en thuisloosheid is niet alleen een probleem in grote steden. Ook in kleinere steden zijn er mensen die zich in deze situatie bevinden.
- Sinds 2014 is de tendens tot spreiding over het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest steeds duidelijker: dak- en thuislozen verplaatsen zich van het stadscentrum en de omgeving van de drie grote stations naar de Brusselse gemeenten.
- Eveneens verontrustend is het grote aantal dak- of thuisloze kinderen. In de grote steden brengen kinderen de nacht door op straat of op onconventionele plaatsen. Veel kinderen bevinden zich ook in een situatie van niet-zichtbare dakloosheid. Opvallend is bovendien het hoge aantal (+/- 1/5) jongvolwassenen (18-25 jaar) in deze situatie, binnen de gehele getelde populatie.
- Een deel van de betrokkenen heeft een verleden in de institutionele zorg (b.v. jeugdzorg, psychiatrie, gevangenis, enz.). Het verband tussen dak- of thuisloosheid en gezondheidsproblemen is van dezelfde orde: geestelijke gezondheidsproblemen en drugsmisbruik zijn opvallend.
- Een aanzienlijk deel van de ondervraagden is al meer dan een jaar dak- of thuisloos en zonder woning.
- De doelgroep die zeker baat zou kunnen hebben bij ‘Housing First’-ondersteuning (een vernieuwende aanpak waarbij de toegang tot huisvesting voor daklozen de eerste stap in hun sociale integratie is) is overal geïdentificeerd.
Wat volgt?
De betrokken steden kunnen de beschikbare gegevens nu al gebruiken om hun lokale beleid ter bestrijding van dak- en thuisloosheid aan te passen. Dit is al het geval in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de stad Leuven, die actieplannen hebben opgesteld om dak- en thuisloosheid te bestrijden.
Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is van plan zijn tweejaarlijkse telling voort te zetten. De Koning Boudewijnstichting van haar kant zal, in samenwerking met onderzoekers, deze eerste telling in de nabije toekomst (oktober 2021) voortzetten en daartoe nieuwe samenwerkingen opzetten met vier andere steden/regio’s in Wallonië en Vlaanderen. Wij stellen vast dat er daarvoor een reëel draagvlak is, enerzijds gebaseerd op de huidige ervaring en anderzijds op spontane verzoeken om samenwerking van andere steden.
De resultaten van de huidige en toekomstige tellingen worden gepubliceerd op de website van de Koning Boudewijnstichting www.kbs-frb.be en op de website van het Steunpunt tot Bestrijding van Armoede, Bestaansonzekerheid en Sociale Uitsluiting - de instantie die verantwoordelijk is voor het verzamelen van gegevens over dak- en thuisloosheid www.armoedebestrijding.be.