Verlenen van een huurwaarborg zodat kwetsbare mensen snel een woning kunnen vinden. Getrokken lessen uit een projectoproep
Wat te doen als de huurwaarborg een probleem vormt om toegang te krijgen tot een woning? Context, feiten, cijfers en evaluatie van een projectoproep voor verenigingen die ijveren voor het recht op wonen.

Waarover gaat het?
De toegang tot een fatsoenlijke woning is het vertrekpunt voor een waardig leven. Het recht op wonen is dan ook een grondwettelijk recht, een recht dat echter niet voor iedereen vanzelfsprekend is. Er is immers een tekort aan sociale woningen en er is een nijpend gebrek aan (kwaliteitsvolle) woningen met een lage huurprijs op de privémarkt.
Daarenboven is het voor heel wat kwetsbare huurders moeilijk een huurwaarborg neer te leggen. Zij kunnen in principe beroep doen op het OCMW om deze huurwaarborg voor te schieten. In de realiteit merken we echter dat de toepassingsmechanismen hiervan de toegang tot de woonmarkt vaak belemmeren, en dus als nefast gevolg (kunnen) hebben zwakke huurders verder uit te sluiten van de huurmarkt.
Met de Zesde Staatshervorming werd de huurwetgeving geregionaliseerd. Daarmee werden de drie gewesten bevoegd om zelf de regels vast te stellen en de federale regelgeving aan te passen, op te heffen of integraal te vervangen door een eigen beleid. De drie gewesten kondigden daarop wijzigingen aan in de huurwetgeving met betrekking tot de huurwaarborg. Daardoor zal de regelgeving in de gewesten uiteengroeien. Er zijn inmiddels al verschillende stappen gezet in de gewestelijke regelgeving rond de huurwaarborg.
Met de projectoproep “Verlenen van een huurwaarborg zodat kwetsbare mensen snel een woning kunnen vinden” die gelanceerd werd in november 2016, wilde de Koning Boudewijnstichting:
-
de problematiek van huurwaarborg onder de aandacht brengen;
-
organisaties de mogelijkheid geven hun doelpubliek gemakkelijker toegang te laten verschaffen tot de huurmarkt;
-
en bovenal, ervaringen delen en de nodige lessen trekken uit dit initiatief, om zo hopelijk bij te dragen aan vernieuwde regionale regelgevingen en/of aan de fijnstelling van de huidige evoluties.